Deze roombotermoppen bakte ik nadat ik een lange tijd niet meer echt in de keuken had gestaan. Natuurlijk maak ik wel regelmatig eten klaar, zet ik koffie en vul ik broodtrommels maar van echt bakken en een nieuw recept uitproberen was het lang niet gekomen. Op een ochtend werd ik wakker en bleek het een druilerige dag te gaan worden na een paar weken van heerlijk voorjaarsweer. Ik was zelf ook een beetje in een druilerige stemming. Wat helpt daar nou beter tegen dan koekjes bakken?
Roombotermoppen zijn ouderwets lekkere zoete, brosse koekjes. Ik bakte twee ladingen. Een batch met citroenrasp voor een frisse smaak en een batch met gember voor een pittige kick. Ik kan niet kiezen welke smaak ik het lekkerst vind, beide trommels waren even snel leeg.
Eigenlijk horen de moppen in de oven hun vorm te houden. Helaas zijn mijn koekjes iets meer uitgelopen dan ik wil. Het zal misschien komen door het glutenvrije – of amandelmeel. Het maakte mij niets uit, ze zijn platter ook lekker.
En mijn druilerige bui? Die was weg!
Glutenvrije roombotermoppen
150 gram boter
1 eierdooier
100 gram witte basterdsuiker
100 gram glutenvrij meel (bv Mix C van Schar)
100 gram amandelmeel
1 citroen of 3 bolletjes stemgember
50 gram kristalsuiker
Roer de boter zacht en meng er de suiker en een snufje zout doorheen. Mix daarna de eierdooiers erdoorheen en tot slot het meel en amandelmeel. Breng het deeg op smaak door er of de schil van 1 geraspte citroen of 3 geprakte bolletjes ingemaakte gember doorheen te kneden.
Maak twee worsten van het deeg van ongeveer 4 cm dik. Verpak ze in huishoudfolie en leg het minimaal 1 uur in de koelkast. Het deeg is na het mengen vrij zacht en plakkerig maar wordt zo goed stevig.
Verwarm de oven voor op 175 °C. Bekleed twee bakplaten met bakpapier.
Haal de deegworsten uit de koelkast en rol ze door de kristalsuiker. Maak de koekjes door plakjes van 1 centimeter van de deegworst af te snijden. Leg de plakjes op de bakplaten en bak ze ca 25 minuten in de oven van 175 °C.